Willem van Hasselt

Getuigenis

Overpeinzingen bij de “Libanon-serie”

Liz Strick is de enige van de zeven kinderen van twee zeer kunstzinnige ouders die de kunst, het schilderen, als haar levensweg koos. Zij koos dat pad in Istanbul. Ikzelf ben al lang – soms minder, soms meer – actief bij de relatie Europa-Turkije betrokken via mijn werk op Buitenlandse Zaken. En op deze manier kruistten onze (professionele) wegen elkaar en zo ben ik ook via haar schildersoog naar Turkije gaan kijken.

Met spanning en bewondering volg ik haar penseel naar de naburige regio, naar Libanon. Want veel in die regio hangt spannend en complex met elkaar samen. Toch is deze werkelijkheid natuurlijk veel meer dan voer voor diplomaten! Het is menselijke werkelijkheid waar kunstenaars de essentie vermoedelijk eerder van aanvoelen dan anderen.
Daarom wil ik een uitspraak van schilder Edgar Degas centraal stellen. De schoondochter van Liz, Rania, citeerde hem in het Engels op de website van Liz:

“Painting is not what one sees but what one can make others see.”

Dat is de kern. Sinds Monet de waterlelies geschilderd heeft, zien we ZIJN waterlelies als we die bloemen zien drijven, ook in een Hollandse vaart of vijver. Sinds Monet zien we waterlelies op een nieuwe manier We zien dus NIEUWE waterlelies die er voordien niet waren. De dichters doen dat ook: als Rilke een roos dicht, voegt hij een nieuwe soort toe aan de rozen die de rozenkwekers meenden te kennen.

Ziet nu wat Liz doet, wat ze ons doet zien:
Liz laat ons een zonnebloem aan de Litanirivier zien. Heeft dat iets met de zogenaamde fysieke werkelijkheid te maken? Dat is niet meer relevant. In de oorlog van zomer 2006 lag daar het front. Nu zien we dat daar een immense zonnebloem groeit.

De titel van het uitzicht uit de flat van Rania en John Strick in Beiroet is: ‘Dutch tulips in Beiroet’. Zijn die te zien? Nee, denkt u, maar natuurlijk zien we die daar!

Op 1 december 2006 vond op het Plein van de Martelaren in Beiroet een grote demonstratie plaats. Wie toen de krant las, ook in Nederland, wist en weet waarom. Liz heeft het geschilderd, maar wij zien nu wat de demonstranten daar en wij krantenlezers toen niet zagen: dat er een immens blauwe horizon achter die werkelijkheid van 1 december 2006 ligt. Wat betekent dat blauw? U mag het zelf zeggen en wat je zegt kan een uitdrukking zijn van je hoop of je geloof, je ziet een nieuwe dimensie.

Kunstenaars geven onze waarneming een nieuwe bestemming. Zij liegen de waarheid. En dat is hard nodig, want we zitten steeds vast aan een manier van kijken die we sinds de 17e eeuw op school leerden: het statische centraal perspectief, we denken dat de ruimte 3 dimensies heeft en dat ‘daarnaast’ de dimensie tijd bestaat enzovoort. Het Westen heeft de wereld veroverd met die mentaliteit, met dat gereedschap. Maar, laten we ook eerlijk zijn: in de beleving van onze dagelijkse werkelijkheid, in ons dag- en nacht-bewustzijn, is dat – heel eerlijk gezegd – geniale onzin! Het is immers in wezen een erg abstracte en statische dimensie van hoe we in de levende werkelijkheid naar onze omgeving kijken. Het is een functionele manier om een deel van de waarheid uit te drukken. Kunstenaars maken ons hierop attent.

Is het gek om nu juist in Gouda, in het lage Hollandse veenland, de Libanon-serie tentoon te stellen? Helemaal niet. Eeuwen lang werden in talloze Hollandse kerken, ook in Gouda, de Bijbelse psalmen gelezen en gezongen. Die brachten ook Libanon helemaal naar Holland. Wie weet is er in de meidagen van 1940 met menig angstig hart uit die psalmen gelezen, terwijl de Heinkels en Junckers grommend op weg waren naar hun fatale bestemmingen, geladen met parachutisten en bommen…

Vandaag is het een zondag tussen 10 en 15 mei. Laat me daarom het slotvers van psalm 92 citeren:

“De rechtvaardige zal groeien als een palmboom,
opschieten als een ceder van den Libanon;
Geplant in het huis des Heren,
groeien zij in de voorhoven van onzen God;
zij zullen in den ouderdom nog vrucht dragen,
fris en groen zullen zij zijn;
Om te verkondigen, dat de Here waarachtig is,
Mijn rots, in wien geen onrecht is.”

Ik denk dat de God die hier bedoeld is, het niet alleen kan. Hij heeft hulp nodig van degenen die naar men zegt ‘naar zijn beeld’ zijn geschapen.

Hij heeft hulp nodig van kunstenaars, dat denk ik zeker. Kunstenaars, die ons leren te zien, te horen, te verstaan wat we niet zien, horen en verstaan, omdat we nu eenmaal – kunnen ‘wij’ het helemaal helpen? – ten diepste niet steeds weten wat we zien, wat we doen.

God zij dank zijn er kunstenaars onder ons, zoals onze Liz!

Willem van Hasselt 13 mei 2007